Thema: Herfst
Liedje: ‘Vijf herfstblaadjes…’
Vijf herfstblaadjes hangen aan een tak.
Hé, denkt de wind, als ik die nu eens pak.
Dan vult hij zijn wangen, zijn wangen worden rond.
Hoei, hoei, hoei, hoei!
Weg vliegt het blaadje en valt hoepla op de grond!
Vier herfstblaadjes hangen aan een tak.
Hé, denkt de wind, als ik die nu eens pak.
Dan vult hij zijn wangen, zijn wangen worden rond.
Hoei, hoei, hoei, hoei!
Weg vliegt het blaadje en valt hoepla op de grond!
Drie herfstblaadjes hangen aan een tak.
Hé, denkt de wind, als ik die nu eens pak.
Dan vult hij zijn wangen, zijn wangen worden rond.
Hoei, hoei, hoei, hoei!
Weg vliegt het blaadje en valt hoepla op de grond!
Twee herfstblaadjes hangen aan een tak.
Hé, denkt de wind, als ik die nu eens pak.
Dan vult hij zijn wangen, zijn wangen worden rond.
Hoei, hoei, hoei, hoei!
Weg vliegt het blaadje en valt hoepla op de grond!
Eén herfstblaadjes hangen aan een tak.
Hé, denkt de wind, als ik die nu eens pak.
Dan vult hij zijn wangen, zijn wangen worden rond.
Hoei, hoei, hoei, hoei!
Weg vliegt het blaadje en valt hoepla op de grond!
Versje: ‘Een spinnetje’
Een spinnetje, een spinnetje
dat kriebelt aan mijn kinnetje.
Dat kriebelt aan mijn been
en aan mijn grote teen.
Dan gaat hij weer terug
en kriebelt op mijn rug!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten